Patrick de Heus: sfeermaker met een muzikaal hart van goud
Gekkigheid en gezelligheid, dat is toch het eerste waar je bij Patrick aan moet denken. Wie je ook vraagt naar herinneringen aan hem, er komen direct verhalen over repetitieweekenden en andere bierdrinkmomenten naar boven. Een gangmaker, een allemansvriend, een geweldige muzikant, een man met een groot verenigingshart. Er zijn maar weinig Crescendo-leden geweest over wie bij mensen automatisch zoveel mooie complimenten bovenkomen. Niet slecht voor iemand die als eeuwige jonge God op zijn 43e afscheid neemt. Maar Patrick mag nu al gerekend worden tot de lijst met Crescendo-iconen aan wie de vereniging veel dankbaarheid verschuldigd is.
Want Patrick zit al een leven lang bij Crescendo. Hij kreeg dat van huis uit mee. Vader Carl was drummer en zou jarenlang als tamboer-maitre de drumfanfare leiden, moeder Herma en broer Marcel speelden ook bij de vereniging. Patrick begon zelf op tienjarige leeftijd met les op de bugel, speelde nog bariton, maar raakte al snel verknocht aan het instrument dat hij nu al zoveel jaren speelt: de trombone. Hij speelde in alle geledingen van de vereniging mee: van het leerlingenorkest tot jeugdorkest en drumfanfare, en natuurlijk het Symfonisch Blaasorkest. Al snel bleek Patrick echt getalenteerd en te goed voor Crescendo alleen. Hij ging naar de Havo voor Muziek en Dans, studeerde trombone aan het Conservatorium in Utrecht en specialiseerde zich daar uiteindelijk in directie, de tweede grote muzikale passie uit Patricks carrière. In 2002 studeerde hij af en natuurlijk deed dat hij dat met het orkest van zijn club: het SBO. Patrick zou later ook lesgeven bij Crescendo, en betrokken zijn bij muzikale projecten met kinderen.
Begin deze eeuw had Patrick het dirigeerstokje bij het jeugdorkest al overgenomen van Rien Berkel. Met dat orkest zou hij één van de mooiste periodes van zijn muzikale leven beleven. Muzikaal gezien, omdat de lijst met hoogtepunten lang is: een onvergetelijk optreden in de grote zaal van concertgebouw De Doelen in Rotterdam en verschillende deelnames aan het Nationaal Jeugdfestival in Schoonhoven, waar het jeugdorkest van Crescendo tot twee keer toe (in 2007 en 2009) het prestigieuze festival won. “Ik zal er altijd aan werken om iedereen het beste in zichzelf naar boven te laten halen (door middel van enthousiasme, gedrevenheid en energie), zodat we altijd naar muzikale hoogtepunten toe zullen werken”, zei Patrick eens over zijn aanpak. Hij liet het jeugdorkest een uitzonderlijk hoog niveau halen en maakte er bovenal een fantastisch team van waarin speelplezier en gezelligheid centraal stonden. Hij wist jong en oud te verbinden: veel jonge leden werden ouder, maar bleven nog jaren voor hun plezier op vrijdagavond naar het jeugdorkest komen. Toen hij na ruim tien jaar afscheid nam bij het jeugdorkest moesten velen al een traantje wegpinken toen we, voor de laatste keer met Pat, op het Jeugdfestival “Time to say goodbye” van Andrea Bocelli speelden.
Ook bij het SBO was Patrick van onschatbare waarde. Hij was altijd de constante van de trombonesectie, zou jarenlang tweede dirigent zijn. Hij had door zijn grote ervaring ook altijd een rol van mentor en gaf op de achterste rij vaak serieuze instructies aan de kopersectie. Naast het maken van veel flauwe grappen natuurlijk, die ook tot zijn vaste repertoire behoorden. In zijn jongere jaren stopte hij graag foto’s uit de Playboy tussen de partituren van dirigent Pierre op repetitieweekend, en deed hij samen met zijn grote maat Teus Nobel – volgens de aanwezigen van toen – altijd “smerige dingen” op de bonte avond. De feestjes waren sowieso aan Patrick besteed, hij ging altijd tot het laatst door. Die gezelligheid gaan we allemaal enorm missen.
Hij gaat nu zijn geluk beproeven met zijn gezin in Eerbeek in Gelderland, in een mooie nieuwe woning, op grote afstand van Krimpen. Patrick, we zijn diep bedroefd om je vertrek, hoewel we alle mooie herinneringen zullen blijven koesteren. En hoewel je niks hoeft te beloven, kunnen we niet anders dan zeggen dat we hopen je hier nog vaak terug te zien. Als invaller, of gewoon eens voor de gezelligheid. Je zit voor altijd in ons hart.